Kristalleke nr 31: Champagne à la volée

Beste wijnvrienden,

op dinsdag 25 oktober ontvangen we David Bourdaire, die ons een aantal champagnes à la volée degorgeert.

Om je hierop goed voor te bereiden, kun je volgende vragen oplossen:img_7486_512x768

1. Hoe wordt het heuvelachtige en meest noordelijke deel van de Champagne, gelegen boven Reims, genoemd? Uit welke champagnedorpen bestaat het en hoeveel hectaren wijnbouwgrond zijn er?

2. In Champagne wordt gebruik gemaakt van een doorontwikkeling van de middeleeuwse mandpers. Hoe heet die pers? Wat is het voordeel van deze pers? En welke moderne variant combineert de voordelen van deze pers terwijl ze ook een belangrijk nadeel ondervangt?

3. Vooral in de Vallée de la Marne groeit deze druif, die ongeveer een derde van het totale areaal van champagne in beslag neemt. Hoe heet de druif en waarom plant men ze specifiek hier vaak aan?

4. Tussen een erg natte jaargang, met vooral in de oogsttijd veel regen, en een millésime met een extreem hete zomer, kende Champagne zijn beste jaar sinds de eeuwwisseling. Welke jaargang was dat? En welke jaargang die daarna volgde, is bijna even goed?

5. Na de mechanisatie in de wijnbouw van de afgelopen vijftig jaar, keert stilaan het paard terug in de wijngaarden. Het werkt moeilijker, maar het heeft voordelen. Welke zijn de drie belangrijkste? En welk paard is zo beroemd dat het zelfs een cuvée naar zich genoemd kreeg?

6. Bij de industriële productie van champagne degorgeert men à la glaçe. Wie heeft dit proces uitgevonden? Wat is de klassieke tegenhanger? En tot welk type (brut/sec/demi sec/doux) behoren de meeste champagnes die op die klassieke manier gedegorgeerd zijn?

7. Voor welke prijs werd David Bourdaire op 14 oktober 2016 genomineerd?

8. In Cauroy-les-Hermonville vinden we de laatste der Mohikanen terug wat betreft een oud ambacht. Hoe heet de man en zijn bedrijf?

9. Begin negentiende eeuw werd het procédé ontdekt dat toelaat, heldere champagne op de tafel te krijgen. Wie vond het uit? Hoe heet het? Voor welk champagnehuis werkte de uitvinder? Welk toestel gebruikte men oorspronkelijk? Door welk gelijkaardig toestel werd het al snel vervangen?

10. Na de tweede gisting op fles blijven kwaliteitsschuimwijnen nog een tijdje in de fles alvorens ze gedegorgeerd worden. Welk proces speelt zich in de tussentijd af? Welke invloed heeft dit op de wijn? En welke twee vaktermen worden gebruikt om aan te duiden dat de keldermeester vindt dat dit proces voltooid is, en de flessen verticaal brengt?

11. Niet alle mousserende wijnen worden met tweede gisting op fles gemaakt. Welke andere methodes bestaan er om via een tweede gisting de wijn mousserend te maken? Welke zijn hun voordelen en nadelen?

12. Welke Catalaanse uitvinding van de jaren 1970 vergemakkelijkt het proces van vraag 9 aanzienlijk? Hoe heet die uitvinding oorspronkelijk?

13. Het toevoegen van reservewijnen kan de complexiteit van mousserende wijnen aanzienlijk verhogen. In Jerez was het al langer gebruikelijk om te werken met een solerasysteem voor de opslag van reservewijnen. Begin jaren 1980 kwam het ook stilaan in de Champagne binnen. Wie introduceerde het? Wat is het verschil tussen de solera in Spanje en het gelijknamige proces in Champagne?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *